De meeste mensen denken bij een display aan een liquid-crystal display (LCD) of organic light-emitting diode (OLED). LCD en OLED zijn zeer bekend. Ze worden voornamelijk en veelal gebruikt in TV’s, computerschermen, tablets en andere digitale apparaten. LCD’s maken gebruik van vloeibare pixels (liquid) en OLED displays gebruiken een lichtgevende laag.
Deze lichtgevende laag zorgt ervoor dat er geen backlightverlichting meer nodig is, omdat deze laag haar eigen licht produceert als reactie op elektrische stroom.
Lichtgevende laag
OLED’s hebben eigenlijk een laag met organisch materiaal wat licht geeft als er elektriciteit doorheen stroomt. Dit is dan ook het grootste verschil tussen een OLED en LCD display. LCD’s hebben namelijk wel backlightverlichting nodig.
Alle OLED’s hebben een lichtgevende laag, maar er zijn wel verschillende varianten. Eén daarvan is een zogenaamde Polymer light-emitting diode (P-OLED).
P-OLED’s zijn OLED displays die gebruik maken van een elektronisch verlichtende polymeer laag. Deze laag functioneert als een backlight. Ook hier stroomt elektriciteit door de laag, waardoor het organische materiaal in de polymeerlaag licht geeft. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van externe lichtcomponenten.
Voordelen
P-OLED’s kunnen gemaakt worden in verschillende vormen en formaten. Omdat er geen gebruik wordt gemaakt van traditionele backlightverlichting, zijn deze displays kleiner en dunner dan traditionele LCD displays.
P-OLED displays zijn dan vaak ook lichter. Ook flexibele applicaties of gebogen display applicaties gebruiken over het algemeen een P-OLED display.
Applicaties
We zien veel P-OLED displays verschijnen in niet-standaard applicaties, zoals een smartwatch of gebogen displays in auto dashboards.